Voordat u de hechting aanbrengt, moet u ervoor zorgen dat de wond is gestopt met bloeden en dat vuil en bestaande deeltjes zijn verwijderd. Reinig de huid minstens 5 cm rond de wond en droog deze goed af. Open de plastic envelop, haal de hechting eruit en knip het uiteinde van de kaart af. De hechtingen moeten onder een hoek van 45 graden van de kaart worden gescheiden om te voorkomen dat ze aan zichzelf blijven plakken. Breng de helft van een hechting in het midden van de wond aan en druk deze stevig op de huid. Breng de twee randen van de wond nauwkeurig samen. Druk de andere helft van de hechting stevig op zijn plaats, zorg ervoor dat er geen spanning wordt uitgeoefend. Voltooi het sluiten van de wond door extra strips aan te brengen die ongeveer 2-3 mm van elkaar zijn gescheiden om de afvoer van exsudaat mogelijk te maken. Druk lichtjes in het midden. Scheid afwisselend elk uiteinde van de huid tot aan de wond. Verwijder het heel voorzichtig.